woensdag 1 april 2020

Proof Of Stake is dus omstreden

Deel 4  -  6


Proof Of Stake is omstreden

Niet iedereen in de cryptowereld is dus even gecharmeerd van dit alternatief voor de klassieke vorm van mining. Aan Proof Of Stake kleven namelijk nog wel wat meer nadelen:

Het is een technisch verhaal voor wie dit interessant vindt. Wie dat niet  vindt mag het overslaan.
Om met Proof Of Stake te kunnen minen moet je hard kunnen bewijzen dat je een zeker muntaandeel hebt. Dat moet dus van buitenaf te zien zijn. De sleutel voor de toegang tot dat aandeel in de munt moet dus voor de software beschikbaar zijn tijdens het minen. Want anders kan die software jouw aandeel niet bepalen. Maar daardoor loopt dat muntaandeel juist extra gevaar, bijvoorbeeld bij hackers.



Een ander risico is de kans op een aanval op de munt via internet. De kosten voor een aanval op een POS netwerk zijn "nihil". Een aanvaller hoeft niet eerst een bezit op te bouwen dat hij bij de aanval gebruiken kan.

Bij Proof Of Work is het duidelijk wie de hash heeft opgelost. Het staat ook niet ter discusse. En dus is de “winnende” miner bekend die de vergoeding gaat krijgen. Bij Proof Of Stake is een andere procedure nodig. Die is noodzakelijk om een miner aan te wijzen die de vergoeding gaat ontvangen. Dergelijke procedures zijn gevoelig voor misbruik en fraude.

Iedere miner brengt een bepaalde hoeveelheid munten in als bewijs van zijn eigendom. Niemand weet hoeveel er op een bepaald moment wordt ingebracht. Een zogenaamde “51% aanval” vergt zo dus niet echt een bezit van 51% van alle munten. Wordt er weinig ingebracht dan kan een aanvaller zelfs met vrij weinig inbreng volstaan om een meerderheid te krijgen.

Een belangrijke consequentie van Proof Of Stake: Hoe meer van deze cryptomunten je bezit,  hoe meer je kunt minen. En je er dus nog meer krijgt. Het gevolg is dat er uiteindelijk een overwicht bereikt kan worden. Hoe meer je hebt, hoe meer je ontvangt. En dat kan bij Proof Of Stake gemakkelijk leiden tot een gevoel van onrechtvaardigheid.

En je kunt je afvragen of je daarmee niet steeds verder van de “Iedereen is gelijk” idealen van de oorspronkelijke ontwerpers van cryptogeld af bent komen te staan.

De difficulty houdt de snelheid van het cryptonetwerk constant

Er komen steeds meer miners beschikbaar. Het gevolg is uiteraard steeds meer rekencapaciteit. De opgave (Hash)  wordt steeds sneller opgelost. En dus zou het volgende blok steeds sneller gevonden worden. De 10 minuten van Bitcoin zou dan teruglopen naar slechts enkele minuten of nog minder. Het gevolg zou een vrijwel leeg blok zijn dat aan de blockchain wordt toegevoegd.

Om toch aan deze 10 minuten te komen wordt de moeilijkheidsgraad van de berekening aangepast.  Een moeilijker berekening kost uiteraard meer tijd om op te lossen. Deze moeilijkheidsgraad wordt de difficulty genoemd.

Dynamische aanpassing difficulty

Sommige munten (bijvoorbeeld e-Gulden) doen dat aanpassen van de difficulty dynamisch. Dynamisch wil hier zeggen dat ze de difficulty permanent aanpassen. Ze doen dat op basis van de omstandigheden van dat moment. Bijvoorbeeld als de periode tussen twee blokken te kort wordt.


Periodieke aanpassing difficulty

Andere munten passen de difficulty om de zoveel tijd aan. Dus met een vaste tussentijd. Bitcoin doet dat elke 2016 blokken.

In de praktijk is dat om de  paar weken.


Terug naar Miners bewijzen constant dat de blockchain in orde is


Verder naar In je eentje minen is bijna onmogelijk geworden

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Populaire posts

Bitcoin zoekt de 10.000 dollar grens

Bitcoin zoekt de 10.000 dollar grens
De koers lijkt spanning op te bouwen. Om plotseling door de grens te springen? Wie zal het zeggen?